Rob Spijker . NL - Internet Solutions and Webdesign
Home RobSpijker.NL 
 
Home Market Garden 

Operation Market Garden 

Luchtlanding Ginkelse Hei 

John Frost Brug Arnhem 

Airborne Museum 

War Cemetery Oosterbeek 
 
 
     
Na de invasie in Normandië in juni 1944 rukten de geallieerde strijdkrachten snel op naar het noorden. Aan het begin van de maand september waren Frankrijk en België grotendeels bevrijd. Na een korte pauze aan de grens van België en Nederland om de troepen de reorganiseren, waren de strijdkrachten gereed om verder te gaan.

De britse veldmaarschalk Montgommery had het gevoel dat de oorlog nog voor de kerst van 1944 kon worden beëindigd, indien de legers rechtdoor Nederland zouden stoten tot aan Arnhem en vervolgens oostwaarts zouden trekken om de Duitse Siegfried lijn heen en door het vlakke landschap van Noord Duitsland richting Berlijn.
Om dit te bereiken werden drie volledige luchtlandingsdivisies, het 1st British, het 101st US en het  82nd US Airborne divisions en een onafhankelijke brigade de 1st Polish Independent Parachute Brigade, ruim dertigduizend man plus materieel en voorraden, achter de Duitse linie "gedropt".
Vervolgens was het hun taak om snel en efficiënt een aantal vitale bruggen over de Maas, Waal en Rijn te bezetten en bezet te houden. Deze bruggen bevonden zich in een "corridor" die loopt vanaf de frontlijn aan de Belgisch-Nederandse grens via Eindhoven, Son, Veghel, Uden, Nijmegen tot aan het ruim honderd kilometer verderop gelegen Arnhem. Dit deel van het plan is "Market" genoemd.

Op het moment dat de parachutisten boven hun landingszones zouden springen, zou vanaf de Belgische grens door eenheden van het 30ste Legerkorps het grondoffensief worden ingezet.
Zij zouden met grote snelheid oprukken om contact te leggen met de parachutisten die de bruggen zouden bezetten. Dit was nodig omdat de parachutisten maar licht bewapend waren en het maar voor een beperkte tijd zouden kunnen uithouden zonder de steun van de grondtroepen en hun zware wapens
(tanks en artillerie). Dit deel van de operatie werd door de plannenmakers "Garden" genoemd.
     
 
De scheiding tussen de Geallieerden en de Duitsers   De route van de grontroepen
 
De bruggen die bezet moesten worden   De locaties van de Airborne Divisions
     
In de ochtend van de 17e september 1944 was het dan zover en steeg in Engeland het grootste luchtlandingsleger aller tijden op en begon aan de reis richting het doelgebied, Nederland.
Zowel onder de burgers op de grond die de vliegtuigen "en masse" zagen overkomen, als onder de manschappen die zich in die vliegtuigen bevonden heerste een gevoel van "nu gaat het gebeuren".
In de transportvliegtuigen en gliders bevond zich de eerste "lift" van de 1st Allied Airborne Army en zij werden begeleid door honderden jachtvliegtuigen die uit alle hoeken van Engeland waren verzameld.
Zij moesten de luchtvloot tegen aanvallen van de Duitsers beschermen.
 
En zo daalde verspreid over verschillende landingszones de eerste "lift" neer op Nederlandse bodem.
Het overbrengen zou plaatsvinden in drie afzonderlijke "lifts", hetgeen een ernstige belemmering was voor de commandanten op de grond, zij beschikten niet meteen over de volledige gevechtskracht van de divisies om de aanval te beginnen.
 
Maar op die zondag in september verliep alles nog goed, de meeste manschappen en hun materieel kwamen daar terecht waar zij volgens de plannenmakers in Engeland behoorden te landen.
En langzaam aan begonnen de diverse eenheden zich te verzamelen en begaven zich in de richting van de hun opgegeven doelen. Eenheden ondervonden nog weinig tegenstand en de eerste "lichte" doelen werden spoedig bereikt, de stemming was toen nog goed.
Dit kwam mede doordat de Duitsers volledig waren verrast door deze aanval en maar langzaam de aard en omvang begrepen.
 
Naarmate de uren (en dagen) verstreken ontstonden ook de eerste problemen voor de geallieerden. De volgende "lifts" werden vertraagd door slecht weer in Engeland, de bekende mist.
Daarnaast was radiocontact zo goed als onmogelijk, aangezien de apparaten niet goed bleken te functioneren in de beboste gebieden rond Arnhem. Ook bleken op dat moment twee tank divisies, het 9e SS Hohenstaufen en het 10e SS Frundsberg, van de Duitsers zich in de bossen rond Oosterbeek te hebben teruggetrokken voor rust en onderhoud aan het materieel.
 
De Amerikaanse para's kregen bijna alle bruggen in handen, behalve de verkeersbrug bij Nijmegen en hadden contact gemaakt met de voorste eenheden van het grondoffensief.
In tegenstelling tot hun Amerikaanse collega's moesten de Britse parachutisten (Red Devils) rondom Arnhem het nog zonder de steun van de grondtroepen doen, zij bevonden zich in de meest vooruitgeschoven positie achter de Duitse linies.
Oorzaak hiervan was dat de grondtroepen minder snel konden doorstoten naar het noorden dan was gepland, omdat al het materieel over een smalle weg (Hells Highway) moest worden vervoerd en er onverwacht veel tegenstand werd ondervonden van de Duitse eenheden.
Maar veel erger was het feit dat de Britten de belangrijke verkeersbrug bij Arnhem nog niet volledig hadden weten te bezetten. Zij kregen slechts één deel van de brug in handen, de Noordelijke zijde en dit slechts met een totaal ontoereikend aantal manschappen van diverse eenheden van de divisie. Andere delen van de divisie probeerden uit alle macht de belegerde mannen bij de brug te bereiken, maar strandden steeds weer op zware Duitse weerstand, uiteindelijk moesten zij opgeven.
Desondanks hoopte de kleine strijdmacht bij de brug op het op tijd aankomen van de grondtroepen zodat een gezamenlijke aanval vanuit het zuiden en noorden de brug alsnog in geallieerde handen zou doen vallen.
 
De Amerikaanse para's begrepen de situatie waarin hun Britse collega's verkeerden en met de hulp van tanks van de grondtroepen, zetten zij een alles of niets aanval in om de Waalbrug bij Nijmegen in handen te krijgen.
Na een felle en meedogenloze aanval, waarbij aan beide kanten veel slachtoffers vielen, slaagden de para's in hun opzet. De laatste hindernis in de corridor naar Arnhem was genomen en vele uren achter op schema rolden dan eindelijk de tanks van het Dertigste legerkorps over deze zo belangrijke verkeersbrug bij Nijmegen.
Alles wat de dodelijk vermoeide para's nu verwachtten was, dat de tanks als een razende zouden optrekken naar Arnhem om de Britten zo snel mogelijk te ontzetten uit hun benarde positie....maar de Britten bleven in en om Nijmegen zitten. De tankcommandanten hadden hun orders om te wachten op de infanterie.

Rond de brug in Arnhem was de situatie inmiddels hopeloos. Door een gebrek aan munitie, medicijnen en manschappen besloten de Britse para's hun posities te verlaten en terug te trekken naar de eigen linies buiten de stad. Er werd besloten om terug te vallen op het gebied rond Oosterbeek dat nog redelijk stevig in handen was.
Doordat de Duitse aanvallen steeds heviger werden en hulp van het 30ste Legerkorps uitbleef, was alle hoop gevestigd op de Poolse paratroopers. Maar ook de komst van de Polen zou geen verlichting brengen. Na hun landing in de omgeving van Driel kregen ook de Polen te maken met felle Duitse tegenstand. Slechts een handje vol manschappen wist de Britten in Oosterbeek te bereiken.
Omdat de situatie nu echt uitzichtloos was geworden werd op 26 september 1944 besloten om de resterende manschappen terug te trekken. Ondanks de inzet van de Britse, Amerikaanse, Canadese en Poolse militairen kwam Operatie Market Garden tot een triest einde.
De brug over de Rijn in Arnhem bleek
"A bridge too far".
 
De verliezen aan geallieerde kant waren enorm. Gedurende de 9 dagen dat Operation Market Garden duurde bedroeg het aantal aan doden, gewonden en vermisten meer dan 17.000 manschappen.
     
Rob Spijker . NL - Internet Solutions and Webdesign
British 1st
Airborne Division
American 82nd
Airborne Division
American 101st
Airborne Division
Britisch XXX Corps
Polish 1st
Parachute Brigade