Er zijn twee standaard formaten voor een hockey rink, één dat voornamelijk wordt gebruikt in Noord Amerika en één dat wordt gebruikt in de rest van de wereld. Noord Amerika
Noord Amerikaanse hockey rinks worden meestal gebouwd op basis van de door de NHL vastgestelde specificaties, die worden weergegeven in het Brits Amerikaanse maatsysteem (het Imperiaal stelsel):
200 ft × 85 ft (60,96 m × 25,90 m), waarbij de hoeken een straal hebben van 28 ft (8,7 m). Internationaal
In de rest van de wereld worden de specificaties gevolgd van de IIHF, die worden weergegeven in het Metrische stelsel: 60 m × 30 m (196,85 ft × 98,425 ft) waarbij de hoeken een straal hebben
van 8,5 m (27,9 ft).
De Puck
Een ijshockey puck is een harde zwarte schijf die is gemaakt van gevulkaniseerd rubber. Een wedstrijd puck is 2,54 cm dik, heeft een diameter van 7,62 cm en weegt 170 gram. De kosten van een puck
bedragen € 1,50 voor een standaard puck tot enkele euro's voor een puck met logo.
Oorspronleijk werd bij ijshockey gebruik gemaakt van een bal uit het spel Hurley. Over de uitvinder(s) van de puck gaan twee verhalen. In 1875 hadden de studenten van de Boston University genoeg
van de oncontroleerbare hurley bal. Zij sneden de bovenkant en de onderkant van de bal weg en gebruikten het middelste deel. Andere bronnen zeggen dat op 3 maart 1875 op de Victoria Rink
(de eerste overdekte ijsbaan ter wereld in Montreal) door James Creighton de eerste overdekte ijshockeywedstrijd werd georganiseerd. Om letsel voor het publiek en schade aan ramen te voorkomen,
werd gespeeld met een houten schijf (puck) in plaats van een lacrosse bal.
Een puck wordt voor een wedstrijd een paar uur ingevroren om het stuiteren te beperken.
Het team
Een ijshockeyteam bestaat uit maximaal 22 spelers:
2 goalies
8 verdedigers
12 aanvallers
De verdedigers en aanvallers worden verdeeld over vier zogenaamde 'lijnen'. Iedere lijn bestaat uit 2 verdedigers (linker en rechter defenceman) en drie aanvallers (linker en rechter winger
en een center).
De eerste twee lijnen zijn meestal de sterkste lijnen met de beste spelers. De coach bepaald welke lijn op welk moment het ijs op gaat. Een lijn speelt in de regel een periode van
ca 60 seconden zuivere speeltijd (een shift) en wordt dan gewisseld. In de regel wordt er gewisseld als het spel door de scheidsrechter is stilgelegd, maar ook tijdens het spel mag gewisseld worden.
Hiernaast het 1e team van Orwo Amsterdam seizoen 1973-1974.
De scheidsrechters
Op het hoogste niveau (bijvoorbeeld NHL en wereldkampioenschappen) wordt het spel geleid door twee scheidsrechters (referees) en twee linesmen. De scheidsrechters zijn te herkennen aan de
rode banden die zij dragen op beide armen.
Op lager niveau (bijvoorbeeld Eredivisie in Nederland) is er één scheidsrechter en twee linesmen.
Bij de jeugd fluiten in principe twee scheidrechters, die ook als linesmen fungeren (en geen rode banden dragen).
Tijdens het spel is er een duidelijk verschil tussen de acties van de referees en de linesmen. De referees hebben de supervisie over de wedstrijd en zijn verantwoordelijk voor het uitdelen
van straffen indien regels worden overtreden. De linesmen zijn primair verantwoordelijk om de regels rond de lijnen correct toe te passen, zoals offside en icing (zie verder op deze pagina).
Ook voeren zij de face-offs (spelhervattingen) uit en kunnen zij de referees op gemaakte straffen attenderen.
De face-offs bij de middenstip worden altijd uitgevoerd door de referees.
Scoreboard
Een ijshockeywedstrijd duurt 60 minuten zuivere speeltijd, onderverdeeld in 3 periodes van 20 minuten. Tussen de periodes wordt er 15 minuten gepauzeerd. Het begrip 'zuivere speeltijd' houdt in
dat bij elke spelonderbreking de klok wordt stilgezet.
Elke spelonderbreking wordt, net zoals het begin van elke periode, hervat met een ingooi van de puck. Dit wordt face-off genoemd.
De periode, de speeltijd, de score en de straffen worden in de 'Scorekeepersbench' nauwkeurig bijgehouden door de scorekeeper en de timekeeper en weergegeven op het scoreboard
(hiernaast een modern exemplaar, waarop eveneens wedstrijdbeelden kunnen worden uitgezonden).
Links en rechts van de Scorekeepersbench bevinden zich de 'Penalty benches', waar de teams de straftijden moeten uitzitten. Officials zien erop toe dat straffen volledig worden uitgezeten
en dat spelers ook weer op tijd het ijs op mogen gaan.
Offside
Er is sprake van offside als een aanvallende speler eerder over de blauwe lijn van zijn aanvalsvak gaat dan de puck.
De speler is met beide schaatsen in het aanvalsvak, voordat een teamgenoot de puck in het aanvalsvak brengt of passt. Krijgt de aanvallende speler de puck aan de stick, dan wordt door de
linesman onmiddellijk afgefloten.
Heeft de aanvaller de puck niet in zijn bezit en komt de puck ook niet bij een medespeler, dan wordt gesproken over een uitgestelde offside (delayed offside).
De linesman steekt zijn arm omhoog en het verdedigende team krijgt de kans uit te verdedigen, terwijl spelers van het aanvallende
team zich uit het aanvalsvak moeten terugtrekken. Als deze zich weer onside gereden hebben, dan wordt de uitgestelde offside opgeheven.
Wordt er afgefloten voor een offside, dan wordt de eerstvolgende face-off genomen op één van de inwerppunten in het neutrale vak, net buiten het aanvalsvak van het in overtreding zijnde team.
Wordt er afgefloten voor een offside pass, dan wordt de eerstvolgende face-off genomen op de plaats waar de pass vandaan komt.
Icing
Een icing ontstaat doordat de puck van voor de rode middenlijn over de doellijn van de tegenstander wordt geschoten en het verdedigende team de puck als eerste aanraakt. Uitzonderingen:
Indien de puck daarbij in de goal gaat, is er sprake van een geldig doelpunt
Als de doelman uit zijn doelgebied is, is er geen sprake van icing
Een team in de numerieke minderheid kan geen icing veroorzaken
Indien de tegenstander redelijkerwijze de puck kan spelen, dan kan de linesman besluiten om niet voor icing te fluiten
De zogenaamde hybride icing wordt in de regel alleen op het hoogste niveau toegepast en is bedoeld om de kans op blessures te verminderen als een aanvallende en een verdedigende speler naar
de eindzone racen om de puck te achterhalen. Deze regel staat de linesmen toe om het spel te stoppen als hij/zij vaststelt dat de puck over de achterlijn zal gaan en de verdedigende speler
niet achter ligt in de race om de puck.